“Steeds meer kennis verkleint kans op over- of onderbehandelen”
Radiotherapeut-oncoloog Patricia Brouwers over borstkankerbehandeling
Ongeveer vijftienduizend vrouwen en iets meer dan honderd mannen krijgen jaarlijks de diagnose borstkanker. Bij het ZRTI wordt een deel van deze mensen met bestraling behandeld. Deze behandeling kan zelfs levensreddend zijn. Radiotherapeut-oncoloog Patricia Brouwers vertelt over de aspecten die bij een behandeling van borstkanker komen kijken.
Met zoveel diagnoses per jaar is de ziekte voor niemand hetzelfde. “Er zijn steeds meer risicofactoren en dus steeds meer hokjes om de verschillende soorten borstkanker in in te delen”, legt ZRTI radiotherapeut-oncoloog Patricia Brouwers uit. “Hierdoor kunnen we onze behandelingen steeds beter op de individuele patiënt afstemmen. Je hebt namelijk te maken met verschillende risicofactoren en tumorkenmerken, zoals leeftijd, gradering, hormoongevoelig of juist -ongevoelig en ook of het een vroeg of uitgebreid stadium borstkanker betreft. Met behulp van al deze factoren kunnen we voor iedere patiënt een persoonlijke inschatting maken, zodat we de kans op over- of onderbehandelen verkleinen.”
Persoonlijke behandeling
De persoonlijke benadering bij het ZRTI zit hem voornamelijk in het traject dat een patiënt doorloopt. “Na de aanmelding volgt er een consult waarin de behandelmogelijkheden worden besproken en de behandelroute wordt doorgenomen. Vervolgens wordt er een CT-scan gemaakt ten behoeve van de radiotherapieplanning. Aan de hand daarvan stellen we een persoonlijk bestralingsplan op waarbij we onder meer rekening houden met de dosis die we willen gaan geven. Hiermee kunnen we de andere borst en belangrijke organen zo veel mogelijk ontzien. Daarna kunnen we met de bestralingen beginnen.”
Uiteraard wordt niet iedereen zomaar bestraald. Brouwers: “Wanneer er een borstbesparende ingreep is geweest, bestralen we in principe altijd. De kans op terugkeer van de ziekte wordt hiermee namelijk een stuk kleiner. Afhankelijk van het ingeschatte risico op terugkeer van de ziekte, kan het zijn dat het gebied waar de tumor oorspronkelijk gezeten heeft, een extra hoge dosis moet krijgen. Maar ook na een borstamputie kan er een indicatie voor bestraling bestaan.”
Bestraling en de toekomst
De overlevingskans bij borstkanker is inmiddels behoorlijk groot. Ook is er op het gebied van radiotherapie veel gaande. “Er loopt een landelijke studie waarin onderzocht wordt of het gerechtvaardigd is om bij een oudere patiënt met borstkanker met gunstige tumorkenmerken om de bestraling achterwege te laten. Ook bij patiënten met naar de oksel uitgezaaide borstkanker is er een verandering in het beleid geweest. Waar deze patiënten voorheen allemaal een okselkliertoilet moesten ondergaan, kan nu soms met bestraling van de oksel worden volstaan. Er wordt tegenwoordig steeds vaker bestraald dan geopereerd als de poortwachtersklier toch aangedaan blijkt te zijn”, licht de radiotherapeut-oncoloog toe.
Eveneens een nieuwe techniek is de zogenaamde protonentherapie. “Deze andere, nieuwe manier van bestralen is geïndiceerd als de dosis in het hart met de ‘normale’ bestralingstechniek te hoog is én ons model berekend heeft dat de dosis in het hart met protonenbestraling dermate verlaagd kan worden zodat het risico op hartschade significant verlaagd kan worden. In dat geval kunnen we patiënten doorverwijzen naar het protonencentrum in Delft, Groningen of Maastricht waar ze met kleine, positief geladen atoomdeeltjes de tumor bestralen. Hierdoor kan er heel gericht worden bestraald waarbij het omliggende gezonde weefsel minder aangetast wordt.”
ZRTI en Pink Ribbon
Als hooggespecialiseerd instituut dat jaarlijks ruim tweeduizend mensen behandelt, is het ZRTI een belangrijke schakel in onderzoek naar onder meer borstkanker. Het geld dat Pink Ribbon ophaalt, wordt hier natuurlijk voor gebruikt. “Zelf zetten wij echter geen studies op, maar we werken wel mee aan verschillende onderzoeken. Laatst hebben we bijvoorbeeld meegedaan aan het BRASA-onderzoek over ‘shared decision making’ oftewel samen beslissen. Ook hebben we in het verleden meegedaan aan de Young Boost Studie, een studie waarbij gekeken werd of het beter was om jonge vrouwen tot een hogere dosis te bestralen. Dit soort onderzoeken zijn zonder financiële steun natuurlijk niet uit te voeren.”
Het onderzoek naar bestraling van borstkanker staat dus niet stil, iets waar het ZRTI graag aan bijdraagt. “Wanneer de borst goed bestraald wordt, zijn er zo min mogelijk beschadigingen aan de andere borst, het hart en de longen. Daar streven we altijd naar. Uiteindelijk willen we natuurlijk dat bestraling voorkomt dat de tumor terugkomt.”
Wilt u meer weten over het ZRTI en de behandelmethode? Kijk dan hier of neem contact met ons op!