De werkdag van Diana

Physician assistant (PA) bij het ZRTI

Elke werkdag begint voor mij met een verfrissend rondje fietsen. Het is heerlijk om de dag te starten in de vaak frisse Zeeuwse lucht met uitzicht op prachtige landschappen. Daarna sluit ik direct aan bij de ochtendbespreking, waar we de patiënten doornemen die binnenkort starten met radiotherapie (bestraling) en waarvoor het behandel- en dosisplan is opgesteld.

Vervolgens begint mijn werk op de polikliniek. Hier zie ik patiënten die ik eerder heb behandeld terug voor follow-up, ontmoet ik nieuwe patiënten die radiotherapie zullen ondergaan en spreek ik patiënten die momenteel in behandeling zijn. Dit persoonlijke contact is precies wat mij aantrekt in dit vak. Zoals vaak gezegd wordt: zoveel mensen, zoveel wensen. Ook in de radiotherapie geldt dit. Hoewel niemand graag radiotherapie wil ondergaan, is er vaak toch enige keuze. Het is voor mij belangrijk om patiënten goed te informeren over het doel van de behandeling, de beschikbare opties, de verwachtingen en mogelijke bijwerkingen. Met die kennis kunnen we samen de best passende behandeling kiezen.

Gedurende de behandeling en in de nazorg probeer ik patiënten zo goed mogelijk te ondersteunen. Of het nu gaat om praktische adviezen bij bijwerkingen of het doorverwijzen naar andere zorgverleners, ik ben er om hen te helpen. Ook telefonisch onderhoud ik regelmatig contact met patiënten om te horen hoe het met hen gaat of om extra uitleg te geven.

Daarnaast neem ik op dinsdagen en donderdagen deel aan de multidisciplinaire overleggen van het ZorgSaam Ziekenhuis en het Adrz over borstkankerpatiënten uit de regio. Deze bijeenkomsten zijn leerzaam en uitdagend en het is prettig samenwerken met de mammachirurgen, oncologen, radiologen en verpleegkundig specialisten.

Als ik niet met patiënten bezig ben, werk ik veel achter de computer. Een belangrijk onderdeel van mijn werk is het digitaal intekenen van doelgebieden en kritieke organen voor de berekening van de radiotherapiedosis. Zodra de berekening voltooid is, beoordeel ik deze en voer ik de bijbehorende administratie uit, zoals het opstellen van brieven, het bijwerken van patiëntendossiers en het beantwoorden van e-mails.

Dit is echter wel het ‘stille’ deel van mijn werk, waar ik minder energie van krijg. Gelukkig kan ik aan het eind van de dag weer op de fiets stappen om het zitten een beetje te compenseren. Zo blijft elke werkdag in balans.’

Wat vind je leuk aan je werk en waar word je blij van?

‘De menselijke interactie en communicatie spelen een cruciale rol in mijn werk. Het is prachtig om te zien hoe we, door patiënten goed te begeleiden en te adviseren, hun spanning kunnen verminderen en hen tegelijkertijd de regie over hun eigen behandeling kunnen geven. Samen met mijn ontzettend fijne collega’s zetten we ons hier elke dag vol overtuiging voor in.

Het is indrukwekkend hoe de houding van patiënten vaak verandert, vanaf hun eerste bezoek aan het ZRTI tot het moment dat ik hen voor de laatste keer zie tijdens de follow-up. Hoewel ik de impact van een kankerdiagnose niet kan wegnemen, kan ik wel helpen om wat meer rust en duidelijkheid te brengen in de verwarrende 'achtbaan van het leven' waarin ze terecht zijn gekomen. Door te luisteren, helder uit te leggen wat wij als zorgverleners kunnen doen en te bespreken wat zij zelf kunnen bijdragen, proberen we patiënten en hun naasten weer een gevoel van balans te geven.

Wat mij ook veel voldoening geeft, is wanneer patiënten me bij mijn voornaam noemen en hun vertrouwen in mij uitspreken door open te zijn over de problemen waarmee ze worstelen. Dat gevoel van nabijheid en wederzijds vertrouwen betekent veel voor mij, omdat het laat zien dat ik een verschil kan maken in hun zorgproces.’

Wil je zelf nog iets kwijt over je werk?

‘Als physician assistant (PA) merk ik vaak dat mijn titel verwarrend kan zijn voor mensen. Soms wordt het vertaald als ‘persoonlijk assistent’, terwijl ik ook regelmatig ‘dokter’ word genoemd. Dat laatste is niet correct; ik ben geen arts. Mijn achtergrond ligt in de medische beeldvorming en bestraling en ik heb een aanvullende masteropleiding gevolgd om een deel van het werk van de radiotherapeut-oncologen, onze artsen, over te nemen binnen een vastomlijnd kader.

Bij het voorstellen benadruk ik dit altijd en gebruik bewust mijn voornaam om de drempel laag te houden. Ik vind het belangrijk om goed bereikbaar te zijn en veel tijd te besteden aan uitleg en begeleiding. Toch begrijp ik dat patiënten mij soms als 'dokter' zien. Hoewel ik geen arts ben, ben ik wel hun behandelaar binnen de radiotherapie.

Sinds 1988 werk ik binnen dit vakgebied en heb ik vele facetten van dit specialisme eigen gemaakt. Radiotherapie is een prachtig vak. Het is jammer dat het nodig is, maar het is goed dat we deze vorm van behandeling kunnen bieden.’