Nazorgbrochure borstkanker
Meer informatie leest u in de nazorgbrochure borstkanker. Deze brochure ontvangt u tijdens uw behandeltraject.
Hier vindt u informatie over borstkanker, de bestraling ervan en mogelijke bijwerkingen. Daarnaast geven wij u adviezen voor een goed verloop van de behandeling.
In Nederland krijgen elk jaar ongeveer 15.000 vrouwen de diagnose borstkanker. Daarmee is borstkanker de meest voorkomende kankersoort bij vrouwen. Ook mannen kunnen borstkanker krijgen, maar dit komt veel minder vaak voor: ongeveer 125 nieuwe patiënten per jaar.
Er bestaan verschillende vormen van borstkanker, waarbij gekeken wordt wáár in de borst de kankercellen zich bevinden en wat de kenmerken van die kankercellen zijn. Net als de meeste tumorsoorten kunnen ook borstkankercellen zich uitzaaien. Er kunnen dan ook op andere plaatsen in het lichaam tumoren ontstaan. De overlevingskansen en levensverwachting voor vrouwen met borstkanker nemen steeds meer toe.
Een tumor in de borst kan behandeld worden door middel van een operatie, chemotherapie, hormonale therapie, immuuntherapie en radiotherapie (bestraling) of een combinatie daarvan. In het ZRTI behandelen we patiënten door middel van bestraling. Bestraling wordt vaak ingezet als nabehandeling na een operatie. Straling maakt de eventueel achtergebleven kankercellen kapot waardoor ze niet verder kunnen groeien en zich niet meer kunnen verspreiden. Het lichaam ruimt de kapotte kankercellen vervolgens zelf of. Op die manier kan bestraling ingezet worden om iemand te genezen (curatieve behandeling) of de klachten te verminderen (palliatieve behandeling).
Voor bestraling van de borst doorloopt de patiënt bij het ZRTI de zeven stappen van de behandelroute. De serie bestralingen duurt bij de meeste patiënten drie tot vijf weken. In die periode krijgt de patiënt elke werkdag bestraling. Per keer duurt dat ongeveer tien tot twintig minuten, afhankelijk van de gebruikte techniek.
Voor bestraling van de linkerborst wordt een speciale techniek gebruikt: de Deep Inspiration Breath hold-techniek. Bij deze techniek ademt de patiënt diep in. De longen vullen zich dan met lucht en duwen het hart weg van de borstwand, zoveel mogelijk buiten de bestralingsbundels. Ademt de patiënt per ongeluk te vroeg uit, dan stopt het bestralingstoestel direct. Via een videobril kan de patiënt haar eigen ademhaling volgen.
Van de bestralingen zelf voelen patiënten niets. Tijdens en na de bestralingsperiode kunnen er wel bijwerkingen ontstaan. De bijwerkingen kunnen per persoon verschillend zijn. Bijwerkingen die vaak voorkomen bij bestraling van de borst zijn:
Meestal gaan de klachten vanzelf over binnen een paar weken na het einde van de bestralingen. Gaan de bijwerkingen niet vanzelf over? Neem dan contact op met uw radiotherapeut-oncoloog van het ZRTI.
Informatie over borstkanker
Lotgenotencontact
Meer informatie leest u in de nazorgbrochure borstkanker. Deze brochure ontvangt u tijdens uw behandeltraject.
Heeft u vragen en wilt u meer weten over een specifieke behandeling? Wij helpen u graag verder.